IN MEMORIAM
PATER REINIER BERNARDUS JOSEPHUS WIERCX S.C.J.

24 maart 1914 - 4 oktober 2002.

Padre Renato, zoals hij in Brazilië genoemd werd, is maar heel kort bij ons in Asten geweest. Op woensdag 25 september kwam hij laat in de avond aan, vermoeid van de lange reis. Heel opgewekt nam hij bij ons zijn intrek, maar hij was erg zwak. De provinciaal van de Noord-Braziliaanse provincie had hem laten kiezen tussen Varzea en Nederland. In Fortaleza blijven ging echt niet langer, zo bevestigde ons Lau Slegers, die om de dag contact met hem had. Reinier heeft gekozen voor Asten waar hij in 1997 ook enige tijd verzorgd is. Donderdagavond 3 oktober werd hij getroffen door een hersenbloeding en vrijdag 4 oktober rond de middag is hij gesterkt door het Sacrament van de Zieken in alle vrede uit ons midden heengegaan.

Reinier Wiercx is geboren in Breda op 24 maart 1914. Na de middelbare school in Turnhout (B) heeft hij op de pastorie van Rips zijn humaniora voltooid. Dan stapt hij op de boot naar Brazilië, waar hij op 6 september 1935 aankomt. Door pater Peter Graaff (Luxemburger) was hij samen met Piet Breijs aangezocht voor het beginnen van een noviciaat in Noord-Brazilië als voorbereiding op het stichten van een nieuwe provincie. Op 2 oktober begint hij met zijn postulaat en maakt zijn noviciaat in Agua Preta dat hij op 2 januari 1937 afsluit met zijn Eerste Professie. Zijn Priesterwijding vond plaats op 1 november 1942 te Recife. Pas in 1946 kon hij met zijn familie zijn 'Eerste Mis' te vieren.

Om iets te kunnen zeggen over de persoon van padre Renato maak ik gebruik van getuigenissen van personen die met hem hebben geleefd zoals Lau Slegers, Toon en Theo Snijders, Piet Neefs en zijn neef Rogier, die hem heeft begeleid op zijn reis naar Asten.

In 1990 vertelde Reinier zijn neef Rogier aan de keukentafel in Fortaleza de grote lijnen van zijn leven in Brazilië. Uit de aantekeningen van Rogier het volgende citaat waarin de persoon van Reinier goed naar voren komt. "Ik ben in 1935 naar Brazilië gegaan uit avontuur en ik wilde ook wel priester worden. Na de wijdingen ben ik leraar aardrijkskunde en Frans geweest aan ons seminarie. Het liefst had ik muziekles gegeven, maar dat mocht niet omdat ik voortdurend de regels overtrad: ik deed mijn stijve boord af en rookte voor de klas. In 1946 kon ik voor het eerst naar Nederland, maar vader moest de overtocht betalen. Na terugkeer ben ik door mijn superieuren 'verbannen' naar de binnenlanden (Salgueiro). Ik werd pastoor bij analfabete landarbeiders. Ik raakte in conflict met enkele grootgrondbezitters, maar de bisschop nam hen in bescherming. Toen ben ik overgeplaatst naar Maceió. De stad beviel me niet. In de winter van '53/'54 ben ik weer naar vader en moeder gegaan. Daarna ben ik zes jaar pastoor geweest in Igaraçu, met 24 kapellen eromheen. Mijn werk was puur religieus.

In 1955 kwam Ana Rita Ferreira da Silva bij me in dienst als huishoudster.

In 1960 ging ik weer naar huis: ik kwam net te laat om afscheid te kunnen nemen van vader.

Vervolgens heb ik acht jaar gewerkt in Beberibe, samen met Piet Neefs. In 1967 was ik Nederland toen moeder overleed.

In 1968 kreeg ik heibel met de bisschop over mijn interpretatie van het theologische begrip heilige drie-eenheid en over het gebruik van de godslamp. De bisschop weigerde stelselmatig om daar met me over te praten.

Toen heb ik twee infarcten gekregen. Ik wilde ermee stoppen, maar mijn confraters hebben me weerhouden. Ik kreeg een rustige baan als pastoor in de melaatsenkolonie Maracanau. Daar heb ik gewerkt tot mijn vijfenzeventigste.

Toen Ana in 1990 ziek werd, is Bisè Camèlo, met wie ik al bijna dertig jaar had samengewerkt, in Fortaleza bij me komen inwonen als huishoudster."

Pater Toon Snijders vermeldt in de levensloop van Reinier dat hij in 1975 in Fortaleza ging wonen.

Padre Renato kon onstuitbaar vertellen. Tot de laatste avond praatte hij honderd uit. De verzorgsters van ons kloosterverzorgingshuis hebben in korte tijd nog heel veel van hem gehoord. Zijn geheugen was tot het laatst fotografisch en zijn verhalen vol details. Hij hield ontzaggelijk veel van een conversatie; was blij als een confrater hem opzocht. Als hij in een communiteit was, was hij altijd vrolijk, opgewekt en vol praatjes. Het was altijd gezellig om met hem uit te gaan. Hij is vaak uitgenodigd om in deze of die communiteit of huis te komen wonen. Maar hij was liever alleen, op zijn eigen. Tot vlak voor het einde heeft hij zijn onafhankelijkheid en zelfstandigheid gekoesterd. Tot het echt niet meer ging.

Hij liet zich meer leiden door vragen en noden van mensen dan door regels en voorschriften. Hij kon niet tegen onrecht, regelzucht of machtsmisbruik. Dat saboteerde hij met slimheid en humor. "Ik hoor bij het voetvolk van de kerk." Opvallend was zijn hartelijke omgang met de melaatsen. "Ik heb mijn leven lang een pastorale boodschap verkondigd. Ik hoop dat de mensen er iets aan hebben gehad." De kern van die boodschap was: wees een goed mens. Zelf probeerde hij dat ook te zijn. Hij hield ontzettend van het leven. Hij hield van krant en tijdschriften. Hij had veel gelezen en was zijn tijd een stuk voor. Hij was op de hoogte van de toestand in de kerk zowel in Holland als in Brazilië. Hij had een grote interesse voor de moderne theologie. Hij las 'De Bazuin' en 'Hervormd Nederland', sympathiseerde erg met de theologische denkwijze van Kuitert, die hij in het positief relativeren van de godsdienst soms nog niet ver genoeg vond gaan. De laatste tijd verminderde zijn belangstelling voor deze theologische kwesties, omdat hij zich zwakker begon te voelen. Pas toen zijn lichaam hem in de steek begon te laten overwon hij ook de angst voor de dood.

Reinier was zijn Portugees machtig. Hij sprak deze taal tot in de perfectie en zonder enig accent. Hij kende vele uitdrukkingen en kleinigheden van deze taal. Men zegt dat dit samenhing met zijn muzikale aanleg. Hij speelde accordeon en later had hij een draagbaar orgeltje. Op het groot seminarie was hij de dirigent van het koortje en op grote feesten in Benfica zorgde hij voor de muziek.

Na een werkzaam leven van 67 jaar in het arme noordoosten liet hij zijn papegaaien en spullen aan wie hem trouw geholpen hadden. "Ik heb niks nodig in Nederland, alle herinneringen zitten in mijn hoofd."

Hij overleed op 88-jarige leeftijd, de 4e oktober, het feest van St. Franciscus. Op woensdag 9 oktober 2002 hebben we afscheid van hem genomen en hem begraven op ons kloosterkerkhof te Asten.

Namens de communiteit van Asten

Pater Rein van Langen scj
Provinciescretariaat
Postbus 4609, 4803 EP Breda

Mededelingen SCJ XVI 04.11.2002